Genesis 27:21

SVEn Izak zeide tot Jakob: Nader toch, dat ik u betaste, mijn zoon! of gij mijn zoon Ezau zelf zijt, of niet.
WLCוַיֹּ֤אמֶר יִצְחָק֙ אֶֽל־יַעֲקֹ֔ב גְּשָׁה־נָּ֥א וַאֲמֻֽשְׁךָ֖ בְּנִ֑י הַֽאַתָּ֥ה זֶ֛ה בְּנִ֥י עֵשָׂ֖ו אִם־לֹֽא׃
Trans.wayyō’mer yiṣəḥāq ’el-ya‘ăqōḇ gəšâ-nnā’ wa’ămušəḵā bənî ha’atâ zeh bənî ‘ēśāw ’im-lō’:

Algemeen

Zie ook: Ezau, Izaak, Izak, Jakob

Aantekeningen

En Izak zeide tot Jakob: Nader toch, dat ik u betaste, mijn zoon! of gij mijn zoon Ezau zelf zijt, of niet.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֤אמֶר

zeide

יִצְחָק֙

En Izak

אֶֽל־

tot

יַעֲקֹ֔ב

Jakob

גְּשָׁה־

Nader

נָּ֥א

toch

וַ

-

אֲמֻֽשְׁךָ֖

dat ik betaste

בְּנִ֑י

mijn zoon

הַֽ

-

אַתָּ֥ה

of gij

זֶ֛ה

zelf

בְּנִ֥י

mijn zoon

עֵשָׂ֖ו

Ezau

אִם־

zijt, of

לֹֽא

niet


En Izak zeide tot Jakob: Nader toch, dat ik u betaste, mijn zoon! of gij mijn zoon Ezau zelf zijt, of niet.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!